TIP! Eisen buscamper…zoek de verschillen
Eisen aan een buscamper...zoek de verschillen
Zoek de verschillen voor camperaars. De RDW en belastingdienst stellen beiden eisen aan de camper. Maar: ze zijn niet precies hetzelfde. Zoek mee naar de verschillen.
Eerst een voorafje: we bespreken hier de verschillende inrichtingseisen waar je bus camper aan moet voldoen. Er is veel meer te vertellen over eisen van de RDW aan bijvoorbeeld zitplaatsen. Hier komen we in een ander blog op terug.
We hebben het over de inrichtingseisen van een kampeerwagen: een wagen die geregistreerd wordt als personenwagen (M1) met als speciaal doel en inrichting kampeerwagen (SA). Je kampeerwagen is géén bedrijfswagen meer.
Inrichtingseisen dus. Wat eist de RDW? Op hun website lees je het volgende:
• In het voertuig moeten zitplaatsen en een tafel aanwezig zijn. De tafel mag eventueel zijn weg te halen.
• Er moet een bed aanwezig zijn. Dit bed kunt u eventueel maken met behulp van de zitplaatsen.
• Er moet een kookgelegenheid aanwezig zijn.
• Er moeten mogelijkheden zijn om spullen op te bergen.
• Al deze voorzieningen moeten vast in het woongedeelte zijn bevestigd.
Hier vallen direct een paar dingen op:
– Er staat niets beschreven over de hoogte van de bus;
– Er staat niets beschreven m.b.t. maatvoering van de diverse meubels;
– De omschrijvingen zijn heel algemeen: “een” kookgelegenheid, “mogelijkheden om spullen op te bergen”.
Deze algemeenheid biedt ruimte voor een inrichting van je camper. Maar nu leggen we de belastingdienst ernaast:
De binnenruimte van uw kampeerauto moet voorzien zijn van:
• minimaal 2 vaste zitplaatsen
Dit mogen de bestuurderszitplaats en bijrijderszitplaats zijn. Maar dan moeten deze stoelen wel kunnen draaien, zodat ze in de binnenruimte gebruikt kunnen worden.
• een vaste tafel
De tafel mag zo bevestigd zijn, dat u die eenvoudig kunt verwijderen.
• slaapplaatsen voor minimaal 2 personen
Dit mogen slaapplaatsen zijn die u met behulp van de zitplaatsen maakt. Maar niet met de zitplaatsen voor de bestuurder en de bijrijder. De minimale afmetingen van de slaapplaatsen zijn:
bij 1 tweepersoonsslaapplaats: minimaal 180 cm lang en minimaal 110 cm breed
bij 2 of meer afzonderlijke slaapplaatsen: minstens 2 slaapplaatsen zijn minimaal 180 cm lang en minimaal 60 cm breed
• minimaal 2 vaste en afsluitbare opbergfaciliteiten
• een vast keukenblok bestemd voor gebruik in de binnenruimte
Het werkblad is minimaal 60 cm hoog, voorzien van een ingebouwde (uitneembare) watervoorziening met een spoelbak, een kraan en een afvoer.
• een vast ingebouwde kookgelegenheid bestemd voor gebruik in de binnenruimte
Dit mag een vaste magnetron zijn die stroom krijgt door een energiebron die in de kampeerauto aanwezig is.
Je ziet dat de belastingdienst gespecificeerd heeft wat de RDW heeft beschreven. Daarbij volgt nog de hoogte, waarover later meer. Eerst de verschillen zoeken:
– Zitplaatsen:
De RDW benoemt het in meervoud, de belastingdienst zegt: minimaal twee. Let op; dit MOGEN de voorstoelen zijn als deze draaibaar zijn. Dit MOET niet. Je kan zitplaatsen op diverse manieren maken. Een slaapbank die je opklapt tot zitbank of maak zelf een zit plek van hout. Let er wel op dat je een kussen voor zitting en rug maakt. Dit staat niet beschreven, maar ervaring leert dat de keurmeesters bij de RDW hier soms wel naar kijken. Mag je op de bank niet zitten tijdens het rijden? Plak er dan een sticker op om dit duidelijk aan te geven. De RDW vindt dit belangrijk.
Kies je voor draaistoelen, of ga je voor andere zitplaatsen die tijdens het rijden gebruikt mogen worden, dan gelden er andere regels. We komen hier in een ander blog binnenkort op terug.
– Een vaste tafel;
Die je mag verwijderen. Hij moet vast gezet kunnen worden in de camper, maar om plaats te maken mag je hem weg halen (zodat je bijvoorbeeld een bed kan maken). Oftewel: een los liggende kampeertafel is niet voldoende. Een inklapbaar systeem of met een opzetstuk en een poot mag wel.
– Slaapplekken:
Hier is de belastingdienst heel duidelijk. Minimaal twee plekken en van minimale afmetingen. Hoe je ze maakt, daar ben je vrij in. Zolang de minimale maat voldoet. Een slaaphefdak telt ook als slaapplaats mits hij aan de maten voldoet. Zorg dat bij de keuring bij de RDW de matrassen van de slaapgelegenheid aanwezig zijn. Dit staat niet letterlijk beschreven, maar slapen doen ze bij de RDW in elk geval níet op een kale bodem
– Opbergfaciliteiten
Opbergfaciliteiten moeten zowel bij RDW als belastingdienst aanwezig zijn. De belastingdienst specificeert: minimaal 2 én afsluitbaar. De RDW wil dat ze vast zitten. Oftewel: een losstaande bak met deksel is niet voldoende. Zet je de bak vast, dan telt het wel mee. Het afsluiten van de opbergruimtes kan op verschillende manier: met deksels, deuren, schuifsystemen of een lade. Dit kan allemaal. Je kan combinaties maken: opbergruimte in het keukentje telt mee.
Wist je dat al onze kant en klare keukens aan deze eis voldoen?
– Keuken en kookgelegenheid
Deze twee items bespreken we gezamenlijk. Want: de RDW zegt feitelijk niets over een keuken. Ze benoemen de kookgelegenheid. De belastingdienst benoemt dit veel uitgebreider.
Voor de belastingdienst moet je keuken een watervoorziening hebben. Deze moet aan diverse eisen voldoen. Waar soms verwarring over ontstaat is het woord ‘uitneembaar’. Men bedoelt hiermee dat de watervoorziening waar je het water in opslaat uitneembaar mag zijn. Oftewel: dit mag een jerrycan met water zijn óf een watertank onder de bus bijvoorbeeld. De spoelbak, kraan en afvoer moeten aanwezig zijn. Een jerrycan met een los kraantje eraan telt niet (dit beschouwt men niet als een kraan). Wel mag je zelf beslissen hoe je de kraan laat werken: met een 12v dompelpompje, een drukpomp of een handpomp: er zijn veel mogelijkheden.
De keuken moet aan een minimale hoogte voldoen. De overige maten zijn vrij. Je kan een heel klein keukentje maken als dit in jouw camper handiger is.
Wees je er van bewust dat de kookgelegenheid (kooktoestel) bij de RDW aanwezig moet zijn. Deze moet vast staan in de camper. Een los gaspitje is niet goed. Wordt deze gemonteerd in de camper dan is dit wel in orde.
Je mag kiezen of je elektriciteit of gas gebruikt. Wees je ervan bewust dat bij de keuze voor elektrisch je de apparatuur vanuit de bus moet kunnen gebruiken. Aansluiten op stroom van buiten de bus telt NIET.
Gebruik je gas, dan heb je de keuze tussen een grotere, navulbare, gastank en “wegwerp” gasblikjes. Kies je voor de eerste, dan moet je ervoor zorgen dat de tank goed vaststaat in de bus. De RDW kijkt hier naar. Wees je altijd bewust van je eigen veiligheid als het om gas lekkage gaat. Aan wegwerp gasblikjes worden geen eisen gesteld. Deze hoeven zelfs niet aanwezig te zijn bij de RDW keuring.
Als je bovenstaande leest, kan je concluderen dat, wanneer je de inrichtingseisen van de belastingdienst volgt, je ook aan de eisen van de RDW voldoet. Er is één extra eis van de belastingdienst. Deze gaat over de minimale maat van je bus. Je leest hier uitgebreide informatie over in het blog ‘het MRB blok’.
Hier in het kort: de belastingdienst stelt als eis dat de bus een laadruimte heeft van minimaal 170cm hoog, bij 200 cm lang en 90 cm breed. Haal je de minimale hoogte niet, maar haal je wel 130 cm hoogte? Dan mag (moet) je een dakverhoging aanbrengen om in aanmerking te komen voor het camper tarief. Dit kan een pop up hefdak, slaaphefdak of vaste verhoging zijn (een ‘huif’).
Dit hoeft dus niet voor de RDW keuring. CrazyCampers als hefdak specialist raad je aan om toch te beginnen met het plaatsen van een hefdak als je een camper gaat bouwen. Het is een ingrijpende verandering aan de bus en er moet best wat werk verzet worden als je dit goed doet. Meubels staan mogelijk in de weg of kunnen beschadigd raken, je isolatie of bekleding moet weer verwijderd worden. Kortom, starten met het hefdak is logischer en minder werk.
Tot slot: wees je ervan bewust dat de RDW ook eisen aan de auto stelt. Deze hebben in de basis niets met camperinrichting te maken maar wel met veiligheid van de auto. Denk bijvoorbeeld aan zitplaatsen tijdens het rijden, de gordels en derde remlicht. Dit verschilt met bouwjaar van de bus. Verdiep je hier van te voren goed in. In een ander blog komen we later terug op zitplaatsen. De RDW is altijd bereikbaar voor vragen en heeft een tool waarmee je specifiek voor jouw wagen informatie kan vinden.
Voor de camper geldt in elk geval: voldoe je aan de inrichtingseisen van de belastingdienst, dan is de RDW ook tevreden. Als het maar netjes, veilig en goed is opgebouwd. Dan zal je zien dat de keuring en aanvraag echt reuze meevallen! Meer weten over het keuren? Lees dan het blog van bus naar camper. Vragen? Stel ze gerust!